vrijdag, augustus 17, 2007

Welkom in het land van TATA!



Op 16 augustus verlaten we vroeg op de dag Amritsar en bollen we richting de grens met India. Deze grensovergang staat bekend voor zijn dagelijkse, met veel show sluitings ceremonie. Rond de grenspoort tussen Pakistan en India zijn langs beide kanten tribunes neergepland. Dagelijks lokt dit een massa locaal volk om de ceremonie te bekijken. Wij bekijken de show vanop de Indische tribunes. Het bestaat vooral uit veel geroep, spastisch met de voeten getrappel van de soldaten, vlaggengezwaai, geroep 'HINDISTAN', .... Het belangrijkste stuk is het gelijktijdig neerhalen van de vlaggen. Het is onvoorstelbaar dat de Indische vlag een seconde vroeger zou beneden zijn dan de Pakistaanse of omgekeerd..


In Amritsar hebben onze darmen het zwaar te verduren. Geen flauw idee wat het ons alweer gelapt heeft... maar met een paar darmversterkers en een motiliumken wordt de overlast beperkt.


Amritsar, de stad rond de gouden tempel is een klein stadje dat massas Sikh pelgrims lokt, zeg maar het mekka van de Sikhs. Het Sikhisme is in de 16e eeuw pas ontstaan in noord India door het combineren van de elementen uit het hindoeïsme en de islam. Een mannelijke sikh is te herkennen aan een tulband op zijn kop. Omdat hij zijn hoofdhaar niet mag afknippen, wordt het haar met deze tulband bijeengehouden. Bij onze bezoeken rond de tempel werden wij meermaals benaderd door jonge en oudere Sikhs. Desondanks dat zij intens aan het bidden zijn, vinden ze het fantastisch een babbelken te slaan over Janpietpol. Ebru trekt vooral jonge kindjes aan die in hun beste eigenlijk goed engels een vragenronde op haar afvuren. Het is zeer schattig hoe de kindje gefascineerd aan Ebrus lippen hangen.


Onze route gaat verder noordelijk langs Dharamsala, het toevluchtsoord van de Dalai Lama en vele Tibetanen. Het ligt op ongeveer 1700 meter hoogte aan de rand van de Himalaya. De meeste mensen zijn hier Tibetanen en monniken. Ze zijn te voet gevlucht uit Tibet over de Himalaya en vinden hier rust. Het bezoek aan het museum over Tibet, heeft ons geraakt. De getuigenissen van de Tibetanen die gevlucht zijn naar India zijn confronterend. Ons plan om vanuit Katmandu door Tibet te reizen wordt waarschijnlijk gecanceld. In het noorden van India, in de provincie Ladakh dat grenst aan het vroegere Tibet leven vele Tibetanen ...


Op weg naar Daramsalam ervaren we aan den lijve wat mansoon juist is. Ik dacht dat we in Belgie enigsinds een idee hadden van wat veel regen is... just niks van! Gedurende 2 dagen giet het bakken, vaten, camions... de wegen worden getransformeerd in rivieren, de rivieren worden omgetoverd in woeste, kolkende stromen. Door de hevige regen is er onderweg een brug ingestord en rijden we samen met een duo Indiers op de scooter om. Dit brengt ons langs kleine overspoelde zandwegjes toch op onze bestemming. In begin voelt regen nat aan, maar eenmaal je kletsnat zijt, doet het je niks meer.

Wie India zegt, zegt TATA. Staal, ottos, camions, bussen, telecom,.... noem het maar op, alles draagt het merk TATA en behoort alsdus toe aan mister TATA.

In Manali bereiden we ons voor op onze tocht door de Himalaya. De 500 km weg van Manali naar Leh staat bekend als de hoogst (of 2de) bereidbare weg en een van de meest adembenemende routes in de wereld. De weg is rotslecht en gaat over een paar passen boven de 5000 meter. Allerlei parts van onze moto zijn fameus verroest, we beslissen van deze een beschermlaagje red oxide te geven vooralleer verder te trekken. We demonteren de stukken en richten ons balcon met zicht op de vallei in als atelier.

' 2 belgen vermist in Iran'

Voor alle duidelijk!!! Ebru en ik zijn veilig en wel in Amritsar, Noord-India.

Stefaan en Carla zijn ontvoerd ten zuide van Bam, richting Zahedan. Een week voordien hebben wij dit traject doorkruist in companie met andere voertuigen. Op dit smokkeltraject is zeer weinig verkeer. Er rijden wel continu fel blauwe typische Iraanse Saiba pick-ups op en af vol met gesmokkelde naft. Wij blijven op deze baan continue samen in groep en stoppen enkel voor naft en water. Onderweg is er niets speciaals dat ons opvalt en dat het onveilig maakt. We arriveren zonder problemen in het grensstadje Miyaneh.

Al snel hebben we tijdens onze doortocht door Pakistan beslist, asap door te steken naar India. De situatie is hier gespannen. De regering gaat namelijk openlijk de strijd aan tegen terrorisme en arresteert iedereen die maar iets te maken heeft met de Taliban. Nadat het leger de militanten in de rode moskee in Islamabad heeft aangevallen, is de situatie in Pakistan nog meer stressed. Als overlander met opvallende moto worden wij geen moment gerust gelaten door de politie. Ze vrezen namelijk voor een aanval op toeristen. Het zou een eenvoudige manier zijn voor de extremisten, Pakistan in een negatief daglicht te plaatsen in het internationale nieuws.

Op 10 dagen hebben we Pakistan doorkruisd, een slordige 1800km (traject Taftan-Quetta-Sukkur-Multan-Lahore-Wagha). Ons grootse plan om de Karakoram highway en omgeving rond te trekken hebben we uitgesteld. Het staat nog steeds op ons verlanglijstje om t'magnifieke noorden te discoveren. We vliegen later wel eens tot Gilgit om van daaruit de 8000ders te bewonderen.

We genieten nu op en top van de relaxedheid van de Indiers hier in Amritsar. Amritsar is het mekka voor de Sikhs... wordt vervolgd

maandag, augustus 13, 2007

Escorte door Pakistan


In Bam, onze laatste stopplaats in Iran lopen we 3 nederlanders tegen het lijf. Bert, Ton en Mirjam reizen iets sneller en willen in 4 weken met hun Ford Transit camionnetje in New Delhi geraken. We beslissen het 'risicovolle' gebied door Pakistan tot Quetta samen te reizen.

Het stadje Bam is een triestig verhaal. Op een vroege ochtend in 2003 slaat het lot toe en treft een aardbeving de stad. 25000 mensen,1/3 van de inwoners overleven de schok niet, een ander derde is gewond, een ander derde is moeder,vrouwlief, vader, broer ... en/of zus verloren en sterk getraumatiseerd...

Voordien was Arg-e-Bam, 1 van de grootste toeristische attracties van Iran omwille van zijn citadel en zijn oude stad die hoofdzakelijk opgetrokken waren uit klei en leem. Unesco probeert te redden wat er te redden valt ... maar op vandaag, 4 jaar na de aardbeving is er nog maar weinig gebeurd. De moderne stad is een grote construction area. Alle wegen liggen volledig open, geen enkel huis staat reeds recht, de plaatselijke middenstand heeft zijn winkels opgetrokken in over-zee containers, de bazaar is een groot container park. Kort na de aardbeving was er massaal veel financiele hulp beloofd maar deze is nooit gearriveerd. Mensen zijn nog steeds zeer diep droevig en missen de energie om hun stad verder op te bouwen...

We zijn heel blij en meer relaxed doordat we samen met de nederlanders de komende dagen kunnen reizen. De zone waar we door moeten, aan de grens tussen de provincies Kerman en Sistan-Baloechistan, geldt als onveilig omdat er veel bandieten en drugssmokkelaars actief zijn. Het gebied ligt op een kruispunt van drugsroutes uit Afghanistan en Pakistan.

We vertrekken vroeg op pad uit Bam. Hier in het Zuid-westen van Iran wordt het moeilijker om aan legale, goedkope benzine te geraken. Duizenden liters worden dagelijks naar Pakistan gesmokkeld waar het voor 10X de prijs verkocht wordt... Meestal slagen we er toch in na een 30-tal minuten met een volle tank goedkope naft weg te rijden.

Na een lange dag rijden arriveren we in Miyaneh, het Iraanse grensstadje. Onderweg hebben we enkel de nodige tankstops gemaakt om problemen te vermijden. Bij valavond, kunnen we nog net de Iraanse grenspost binnenrijden. Binnen de omwalling van de grenspost is het veilig en verblijven we in een hoteleken. We leggen onze laatste roepies samen en kunnen nog net slapen, eten en wat water aftrochelen.

Om 8u, Iraanse tijd, 9u30, Pakistaanse tijd regelen we alle formaliteiten en een uur later zijn we klaar om onze weg te vervolgen....De nederlanders hebben geen carnet (customs papier voor tijdelijke import wagen), en mogen aldus niet verder. De weg van Taftan naar Quetta loopt op 25 km afstand parallell met de Afghaanse grens en het is aangeraden deze oversteek in convoy te ondernemen. We zijn dus sollidair met de nederlanders en drinken menig kop thee in het custom bureeltje.

Om 16u krijgen ze de toestemming te vertrekken op voorwaarde dat ze een kerel van de customs meenemen tot aan de grens met India. Er zit niks anders op en we vertrekken voor 300km richting Dalbandin (klinkt als een bandietendorpje en dat is het ook!). Onderweg is de weg in het algemeen goed, sommige stukken zijn door de mansoon volledig weggespoeld maar dat levert nog enig leuk offroad traject op. Den donker valt en de wind waait hard waardoor er zich zandduinen vormen op de weg... opletten geblazen... Gearriveerd in Dalbandin worden we rechtstreeks naar het politie bureel geescorteerd. We parkeren ons op de binnenkoer en rollen onze slaapzakken uit op het dakterras.

Bij zonsopgang rijden we verder naar Quetta. De weg door de woestijn van Dalbandin tot Quetta is oerslecht, vol wegverzakkingen, wegenwerken, ... gelukkig kunnen we een stuk van onze baggage kwijt in de camionette waardoor de moto toch wel een pak wenbaarder is. Ergens midden op onze route drinken we een kopje thee maar onze politie-escorte is zeer nerveus en wil dat we asap verder trekken. Achteraf blijkt dat we slechts op een paar km van de Afghan grens zitten.. het is een lange, vermoeiende dag maarAangekomen in Quetta checken we snel in in het Bloomstar hotel. Een basic hotel met een zeer aangename binnentuin. We kunnen een paar Pakistaanse pinten bemachtigen en bekomen samen van onze dag. Het is heerlijk vertoeven in de frisse grasgroene tuin. In Baluchistan is bier bij wet verboden maar kan je her en der in bepaalde hotels wel een pint vinden.

De volgende dag blijven we in Quetta wisselen we geld en verkennen we de stad. We zijn niet echt op ons gemak door alle nerveuse politie aandacht van de laatste dagen en relaxen verder in onzen hof. S'nachts om 4u worden we vanuit ons hotel geescorteerd uit de stad richting Multan.
Vanuit Quetta zijn er 2 wegen richting Multan. De eerste optie ligt noordelijk, gaat door de bergen, is zachter van klimaat, ongeveer 600km, een slechte weg zonder faciliteiten en trekt door het gebied van allerlei tribes. De andere weg is zuidelijk, vlak, snikheet, heel vochtig klimaat, een vrij goede weg met veel faciliteiten, 900km en veilig. De noordelijke route is gegarandeerd prachtig en een waar avontuur om door te trekken. Wij kiezen voor de veilige weg.

Het eerste stuk gaat door de bergen en door het vroege uur is het nog niet te warm... maar beetje bij beetje wordt de lucht vochtiger en is het puffen... en ik dat dacht dat Tarsus (hometown van Ebru) heet was. Smeltend bollen we tot Sukkur, midden in de vruchtbare Indus-laagvlakte, slechts 400km noordelijk van de Arabische zee.

We worden nog steeds ganse dagen geescorteerd en vinden dat maar niks. De flikken zijn wel heel sympatiek maar t'is klote om continu achtervolgd te worden. In sommige districten stuurden ze 2 politieagenten mee op een mobilette als patrouille. Nadat ik tweemaal deze mobilette achter ons gelaten had, beslistten ze vanuit Lahore om toch jeeps met ons mee te sturen.

We zijn nu reeds een paar dagen in Lahore. In het internet cafe was Ebru op zoek naar ons laatste artikel in de Gentenaar, wanneer ze plots leest "2 belgen vermist in Zuid-west Iran". Dit was wel even schrikken aangezien wij zonet door dit gebied getrokken waren. Snel heb ik thuis op de hoogte gebracht dat we reeds in west-Pakistan gearriveerd waren en dat wij aldus safe zijn. Desondanks dit bericht is er blijkbaar toch enige onrust ontstaan aan het thuisfront, wat wel zeer goed te verstaan is...

Een paar dagen voordat we de grens met Pakistan wouden oversteken (begin augustus) , zijn we op zoek gegaan naar andere reizigers die dezelfde richting willen uitgaan. Zo hebben we via via Stefaan en Carla leren kennen. We hadden het idee samen dit riskante stuk door te reizen maar zij zouden pas rond 10 augustus de grens naderen. Dit kwam slecht uit met ons plan en wij beslistten alleen door te trekken ... aan Arg-e-Bam liepen we dan Ton, Bert en Mirjam tegen het lijf...

14 augustus is "Independence day" in Pakistan. Een dag om ons zeer low profile te houden en aldus geen grote menigtes op te zoeken. We besluiten het Lahore Fort, de Badshahi moskee en het oude stadscentrum te bezoeken. De stad lijkt te slapen, het is extreem rustig op straat...tot we met onze ritcha aan het Fort arriveren...massas volk op straat...zoals de gentse feesten op een zomerse 20ste juli avond met dit verschil dat iedereen geinteresseerd is in ons. Iedereen wil een hand, een foto... we ontsnappen naar het Iqbal park aan de overkant van de weg maar daar is het t'zelfde lieken... 10 minuten later springen we in ritcha en trekken naar onze verfrissende hotel room... het wordt een dagje van schrijven, lezen, filmke kijken,...een relax dagje!